Omkeerregeling niet opgenomen in Wetsvoorstel Internationalisering in Balans

De omkeerregeling wordt niet opgenomen in het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans. Een beperkte samenhang met de rest van het wetsvoorstel wordt als hoofdreden genoemd om de regeling niet mee te nemen. De minister van OCW informeerde de Kamer over dit besluit en andere maatregelen om internationale studentenstromen in het onderwijs te beperken.

Het besluit is tegen het advies in van de Onderwijsraad, dat pleit voor de omkeerregeling vanwege de waardevolle aspecten van internationalisering. Bovendien sluit de regeling goed aan bij het aanbrengen van balans.

De MBO Raad betreurt het besluit en trekt samen met scholen op om het belang en de meerwaarde van de omkeerregeling opnieuw onder de aandacht te brengen.

Met de omkeerregeling kunnen studenten met een internationale achtergrond alsnog een mbo-diploma halen op het hoogste niveau. Voor deze studenten is het niet haalbaar om binnen twee jaar Nederlands op 3F-niveau te beheersen, maar zou met de omkeerregeling te compenseren zijn met een hoger niveau voor Engels.

De omkeerregeling maakt het mbo aantrekkelijker voor de groep internationale studenten die in Nederland wonen en werken. Vanuit het perspectief van scholen is de omkeerregeling een instrument om passend onderwijs te bieden aan een groeiende doelgroep die onmisbaar is voor het regionale bedrijfsleven. Bovendien geldt een dergelijke taaleis niet voor internationale studenten die een Engelstalige hbo-opleiding volgen, wat de kansengelijkheid  voor deze groep belemmert.

De omkeerregeling kent een lange geschiedenis. In 2010 werd de regeling voor het eerst genoemd, sindsdien zijn er meerdere pogingen geweest om de omkeerregeling in een wetsvoorstel op te nemen. Recente voorbeelden zijn de koppeling van de omkeerregeling aan de Wet Taal & Toegankelijkheid in 2019 en meer recent dus het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans.