Nederlandse volwassenen presteren goed op taal- en rekenvaardigheden
Gepubliceerd:
14 januari 2025
Leestijd:
3 minuten

Nederlandse volwassenen presteren bovengemiddeld goed op taal- en rekenvaardigheden in het deze week gepubliceerde PIAAC-onderzoek. Het niveau van taalvaardigheden bij Nederlandse volwassenen is stabiel over de laatste 30 jaar. Het percentage volwassenen met lage basisvaardigheden die op de laagste niveaus van taal en rekenen zitten is in Nederland relatief laag. Het percentage mensen dat het hoogste niveau van taal- en rekenvaardigheid behaalt is relatief hoog. Ook de Nederlandse jongeren (16-24 jaar) presteren in dit onderzoek goed in vergelijking met jongeren uit andere landen.
Het rapport biedt aanknopingspunten voor de inzet van de MBO Raad op basisvaardigheden van mbo-studenten (alle niveaus) en van volwassenen die via LLO en volwasseneneducatie een beroep doen op het mbo. De MBO Raad koppelt de komende periode onderzoeksresultaten aan de inzet op LLO, basisvaardigheden en volwasseneneducatie. De MBO Raad deelt een aantal van de resultaten die voor het mbo het meest relevant zijn.
2,2 miljoen Nederlanders tussen 16-65 jaar hebben moeite met taal en/of rekenen
Ondanks dat Nederland het in internationaal perspectief dus goed doet en het percentage laaggeletterden in ons land relatief laag is, telt Nederland toch 2,2 miljoen mensen met (te) lage taal- en/of rekenvaardigheden. Het onderzoek toont aan dat 15,9% van de mensen op het laagste niveau voor taalvaardigheden scoort en 15,5% voor rekenvaardigheden. Samen met volwassenen tussen de 66-75 jaar telt Nederland bijna 3 miljoen mensen met lage basisvaardigheden.
Mensen zonder startkwalificatie beschikken over lagere taal- en rekenvaardigheden
Het onderzoek toont aan dat volwassenen zonder startkwalificatie op een lager niveau presteren voor taal- en rekenvaardigheden dan volwassenen die wel over een startkwalificatie beschikken. Daarnaast zien we dat 45% van de volwassenen die maximaal basis- of speciaal onderwijs hebben afgerond beschikt over lage taalvaardigheden. Dat geldt ook voor 30% van de volwassenen met een vmbo-diploma en 25% van de volwassenen met een diploma op mbo-niveau 1 of 2. Voor rekenvaardigheden zijn de cijfers vergelijkbaar. Er is een tweedeling zichtbaar tussen mbo-niveau 2 en 3. Vanaf een mbo-diploma op niveau 3 of 4 beschikken volwassenen doorgaans over betere taal- en rekenvaardigheden.
Niveau kernvaardigheden hangt samen met deelname LLO en arbeidsmarkt
Het is cruciaal dat we ons blijven ontwikkelen. Voor deelname aan de arbeidsmarkt zijn kernvaardigheden namelijk noodzakelijk. Het PIAAC-onderzoek toont aan dat volwassenen met hoge niveaus van kernvaardigheden twee keer zo vaak deelnemen aan non-formeel onderwijs als volwassenen op het laagste niveau van kernvaardigheden. Bovendien zijn volwassenen met een hoog niveau van kernvaardigheden gemiddeld vaker actief op de arbeidsmarkt, hebben zij vaker een vast contract en een hoger salaris. Volwassenen met lage kernvaardigheden werken wel: het grootste deel van deze groep heeft betaald werk. In de sectoren Bouw (20%) en Transport (18%) ligt het percentage boven het landelijk gemiddelde.
Over het onderzoek
Op 10 december 2024 zijn de resultaten gepubliceerd van het PIAAC-onderzoek. PIAAC staat voor Programme for the International Assessment of Adult Competencies en is een groot, internationaal onderzoek naar de kernvaardigheden van volwassenen (16 tot 65 jaar). Het onderzoek vindt elke tien jaar plaats. In totaal hebben 31 landen meegedaan aan dit onderzoek, waaronder Nederland.
Auteur J. den Ouden (Afd. Communicatie MBO Raad)
Gerelateerde artikelen
Meer weten over dit onderwerp?
Aanmelden nieuwsbrief
taalenrekenen © Copyright 2025